Nieuws
Terug naar overzicht
29-03-2023
Protest met een glimlach, Gaykrant
Binnenkort komt het tweede boek van Mick Duschak uit: ‘Paniekvoetbal’. Zijn eerste boek: ‘Paniekboeket’ gaat over een onmogelijke liefde tussen twee mannen. In ‘Paniekvoetbal’ vertelt Mick over de liefde tussen David en een profvoetballer. Gaykrant sprak met de jonge schrijver over zijn werk.
Tekst: Hanneke van Dongen
Je eerste boek: ‘Paniekboeket’ gaat over David, een jonge man die verliefd wordt op een bloemist die al een relatie heeft en daar behoorlijk van in de war raakt. Bovendien heeft David zijn familie nog niet verteld dat hij homoseksueel is, ook wel ‘een dingetje’. Best een intens verhaal dus, maar je schrijft er zo over dat ik tijdens het lezen herhaaldelijk in de lach schoot.
Ja, dat is ook de bedoeling. Ik geloof dat als je iets bij de lezer duidelijk wil maken, humor en lichtheid daarbij helpen. Dan gaan mensen meer open staan en komt de boodschap veel meer binnen en over dan wanneer je op de barricaden gaat. Niet dat daar iets mis mee is, maar het is niet de manier die bij mij past.
Wat was je inspiratie voor je eerste boek?
‘Paniekboeket’ is deels ontstaan uit eigen ervaringen, omdat ik echt heel graag een verhaal kwijt wilde. Ik heb zelf een soortgelijke ervaring gehad met een (oudere) man. Op een gegeven moment kreeg ik een boekje thuisgestuurd met als titel ‘Speel niet met de liefde’. Dat was een duidelijke hint van ‘de ander’ aan mijn adres maar ik wist natuurlijk niet wat er over mij gezegd was. Dat zat me dwars, ik wilde mijn kant van het verhaal vertellen en de rol van minnaar in een ander, meer genuanceerd daglicht zetten. Die nuance miste ik in veel verhalen: de minnaar wordt vaak toch neergezet als iemand die doelbewust een relatie saboteert en zo eenvoudig ligt het lang niet altijd. Het verhaal en de personages zijn fictie maar de dialogen heb ik wel degelijk bijna rechtstreeks uit mijn eigen ervaring geplukt.
Sommige gesprekken staan in je ziel geëtst, daar heb ik gebruik van gemaakt.
Nadat ik met dit verhaal klaar was, merkte ik dat ik nog lang niet met David klaar was. Dus zijn leven gaat in ‘Paniekvoetbal’ verder, al hoef je ‘Paniekboeket’ niet gelezen te hebben, de boeken staan los van elkaar.
Heeft ‘Paniekvoetbal’ dezelfde luchtige toon?
Ja. Paniekvoetbal heeft een maatschappelijk thema, en dan vind ik het juist belangrijk dat het boek binnen het feelgood genre valt. Ik kan wel een of ander literair -met cognackleurige kaft- meesterwerk willen schrijven, maar dat bèn ik gewoon niet. Ik ben observator. Ik kijk altijd om me heen en denk dan: ‘Wat zou hier kunnen gebeuren?’ Dat is wie ik ben, dus zo schrijf ik ook. Daarbij stel ik wel thema’s aan de kaak maar als je geen zin hebt die thema’s eruit te vissen, kun je toch een fijne tijd hebben met mijn boeken.
Mijn drijfveer is om met humor en lichtheid de pijn behapbaar te maken.
Je eerste boek was deels autobiografisch, ‘Paniekvoetbal’ is dat niet. Was dat anders om te schrijven?
Ja, sowieso al vanwege de omstandigheden. In Paniekvoetbal krijgt David een relatie met een topvoetballer. Dat is heel andere koek dan een affaire, waarbij je maar met één persoon te maken hebt. Nu is er een heel stadion waarvoor de relatie geheim moet blijven.
Ik wist voor ik begon te schrijven weinig van voetbal en vroeg me bijvoorbeeld af: wat maakt nu dat het in de voetbalwereld zo moeilijk is om uit de kast te komen?
Ik heb me wel verdiept in de sport, het verhaal moet natuurlijk wel geloofwaardig zijn, maar het verhaal gaat toch vooral over het privé-leven van David en zijn voetballer dus ik kon veel zelf bedenken.
Het was heel fijn om als schrijver een relatie zo op te kunnen bouwen, dat was bij Paniekboeket toch lastiger omdat ik daar zelf vanuit mijn eigen ervaring eigenlijk tussen zat en steeds weer bij mijn eigen herinneringen terugkwam, wat het soms wel zwaarder maakte. Tijdens het schrijven van Paniekvoetbal was ik veel vrijer en dat was zo’n fijne ervaring dat ik nu nóg een boek wil gaan schrijven.
Een boek schrijven over voetbal terwijl je zelf niets met voetbal hebt.. Dat is pittig?
Dat valt wel mee. Ik schrijf het liefst als lezer. Ik schrijf de eerste ronde gewoon door en door, van a tot z. Dan loop ik vanzelf tegen dingen aan waar ik niets van weet: door het schrijven weet ik vanzelf wat ik nodig heb. Ik schrijf bijvoorbeeld iets over de voetbaltenues en denk dan: ‘Ik heb geen flauw idee welke kleuren die-en-die voetbalclub draagt…’ Dan ga ik dat uitzoeken. Daarnaast heb ik de profvoetballer natuurlijk zelf gecreëerd. Ik laat hem dingen doen en interesses hebben die je misschien niet meteen met een profvoetballer associeert. Zo wordt de lezer subtiel even uit de standaard hokjes gehaald.
Onmogelijke liefdes… dat is een vrij universeel thema.
Ja. Als lezer maak je mee hoe het kan zijn als je een relatie krijgt met een profvoetballer maar ook: zo kan de liefde eruit zien. Ongeacht wie je bent en wat je achtergrond of beroep is.
Heb je een bepaalde doelgroep voor ogen als je schrijft?
Nee. Het boek is niet voor een doelgroep met ‘harde eigenschappen’, ook niet persé alleen voor mensen uit de LHBTI-gemeenschap. Zoals ik eerder al zei: wie echt zware literatuur zoekt, zal zich niet aangesproken voelen door mijn boeken. Maar wie houdt van een luchtig verhaal met wat humor en nieuwsgierig is en open staat.. Maar daar hangt verder geen label aan van leeftijd of geslacht of gender of wat dan ook.
Je studeert communicatie en dit interview is natuurlijk wel voor de LHBTI-gemeenschap, we hebben vrij veel jonge lezers… Heb je een boodschap voor deze doelgroep? Bijvoorbeeld voor jongeren die het nu moeilijk vinden om uit de kast te komen?
Zelf heb ik heel fijne ervaringen, ik ben nu 24 en al bijna tien jaar uit de kast, dat is heel prettig en veilig gegaan maar dat was dan wel binnen de gezinssituatie. Daarbuiten is het een stuk lastiger, ik snap die drempel wel. Je hoort op school heel vaak ‘Homo’ als scheldwoord maar sowieso lijkt het allemaal veel harder te worden en met social media ben je ook kwetsbaarder. Voor je het weet circuleert er een gemeen filmpje op internet, dat is een onveilig gevoel.
Zelf had ik de mazzel dat ik na de middelbare school een theateropleiding ging doen en ook daar gewoon mezelf kon zijn, maar als je -bijvoorbeeld- voetballer wordt, kom je in een heel andere wereld.
Nu heb ik wel ook moeite met het uit de kast ‘moeten’ komen, als je geen hetero bent. Het is zo privé, maar toch een soort sociale plicht, ik begrijp dat niet zo goed. Het gevoel dat je iets moet vertellen, dat alleen al. Dat is -denk ik- vooral omdat je de standaard verwachtingen niet kunt waarmaken. Terwijl het eigenlijk niet zo relevant is.
Heb je ideeën over waar die harde reacties vandaan komen?
Ik denk dat heel veel mensen leunen op hun eigen achtergrond. Familie, vrienden.. Je daar tegen afzetten, daar heb je ballen voor nodig. Ik geloof dat peer pressure daar een grote rol in speelt. Als je in een groep zit die hard schreeuwt tegen de LHBTI-gemeenschap, loop je het risico uit de groep gegooid te worden als je daar tegenin gaat. Dat is nogal wat.
Die hardheid heeft wel gevolgen: ik loop nooit met mijn vriend hand in hand over straat. Ik kan ook niet met hem zomaar overal op vakantie gaan. Zoals Claudia de Breij zei: het stukje wereld waar wij op mogen dansen is dit jaar weer een stukje kleiner geworden. Dat raakte me diep. Het idee ook dat je als individu op zo’n manier in een groep wordt ingedeeld, terwijl je toch in de eerste plaats mens bent… en dan pas je seksuele geaardheid.
Wat zou je de lezers van de Gaykrant nog mee willen geven?
Paniekvoetbal gaat over alles wat wij als niet-hetero’s normaal vinden, terwijl het dat niet is. Zo vond ik het normaal dat David en zijn voetballer in een hotel afspraken, omdat dat veilig is. Zelf neem ik soms mijn portemonnee niet mee als ik de straat op ga met de gedachte: ‘Stel dat ik in elkaar geslagen word, dan kunnen ze die alvast niet afpakken.’ Dat soort beslissingen gaat bijna automatisch maar ze zijn natuurlijk niet normaal.
Dus: probeer eens te kijken naar zaken die jij normaal vindt en vraag je eens af: zijn die dingen wel normaal? En als je dan denkt: ‘Nee, dit is niet normaal.’, probeer dan een andere keuze te maken. Je hoeft daarvoor niet op de barricaden of in je blote kont op een boot: zoek naar de kleine dingen die bij jou horen. Bedenk hoe jij het op je eigen manier prettiger voor jezelf kunt maken. Je bent veel meer dan je geaardheid. Zoek je eigen vorm.
Dank je wel voor het fijne gesprek Mick!
De boekpresentatie van ‘Paniekvoetbal’ vindt plaats op 1 april, in Bibliotheek Kerkrade e.o.
Terug naar overzicht